Home Over ons Wie is wie? Lid worden? Reglement Tuintips Tuintafel Fotos
Volkstuinvereniging Nuenen
© 2025 Volkstuinvereniging Nuenen

Tuintips

Regenworm

De eerste vorst is gepasseerd, de bomen en struiken laten massaal hun blad vallen en de bodem wordt mooi afgedekt. Elk jaar valt er zo een hele hoop organisch materiaal op de bodem (en niet alleen in de herfst) en toch verdwijnt dit allemaal. Het is niet dat je in een bos over een pak bladeren van drie meter diep moet wandelen en dat de bomen tot hun oksels in het blad staan. Hoe komt dit? Waar gaat dat blad en ander afgestorven materiaal naartoe? Er zijn vele organismen die hier een rol in spelen, maar de voornaamste is toch de regenworm. Een oeroud dier dat over de hele wereld in vochtige en voldoende warme gronden voorkomt. Er zijn vele soorten, zelfs soorten die altijd bovengronds leven waarvan de jongen eerst nog in de bomen leven! Toch is er zeer weinig bekend over deze dieren. De interesse voor de regenworm vanuit wetenschappelijke hoek is altijd zeer klein geweest. De eerste wetenschapper die serieus onderzoek heeft verricht naar regenwormen was Charles Darwin. Zijn laatste boek is er volledig aan gewijd en er staan verrassende experimenten en conclusies in: The formation of vegetable mould through the action of worms. Dat Charles Darwin zo’n aanhanger was van regenwormen en hun belang voor de vorming van vruchtbare grond inzag is op zijn minst al opvallend te noemen. Tot ver in de 20ste eeuw werden regenwormen nog vaak gezien als plaagdieren die aan de wortels van de planten vraten. Tuiniers waren niet dol op regenwormen en verwijderden ze wanneer mogelijk. Er zijn drie groepen regenwormen: de strooiselbewonende regenworm, de bodembewonende regenworm en de pendelaar, waar ook de ‘gewone’ regenworm onder valt. De eerste groep wormen vind je in de mulchlaag, de tweede in de bovenste 30 cm en de pendelaars gaan verticaal de diepte in, tot wel 3 meter diep. Al doende woelen ze de grond om. Dat maakt de bodem luchtig, waardoor de doorwortelbaarheid van de bodem wordt vergroot. Zo kunnen planten meer voedingsstoffen opnemen. De regenworm doet heel zijn leven niets anders dan organisch materiaal in de bodem trekken en dit opvreten samen met grond.  Deze wordt dan uitgepoept. De uitgepoepte grond is op vele vlakken beter dan de gewone grond: een betere structuur, meer voedingsstoffen, betere pH … Op een goede bodem kan je tot 400 wormen tegenkomen per m². Dat komt overeen met zo’n 3 ton regenwormen per hectare. De regenwormen produceren zo rond de 80 ton vruchtbare grond per jaar. De grote netwerken van gangen zijn in staat 200.000 liter per hectare te bergen en snel weg te voeren bij grote plensbuien. Dit is niet alleen belangrijk om bijvoorbeeld overstromingen tegen te gaan, maar ook voor het vervoeren van voedingsstoffen in het regenwater tot diep in de bodem. Ten slotte functioneren de gangen als wateropslag. Zo wordt verdroging en uitsterving van wortels in de droge zomer voorkomen. Help je regenwormen en jezelf: mulch! Een regenworm heeft op zich niet veel nodig: vochtige grond en eten. En eten is organisch materiaal. Niet meer of niet minder. En dan komen ze vanzelf. Ze bouwen hun populatie op en afhankelijk van de omstandigheden kan dit zelfs redelijk snel gaan. Regenwormen leven verschillende jaren, blijven constant grond en organisch materiaal vreten, mengen en je bodem verbeteren. Wil je ze in je tuin hebben dan is mulchen de ideale manier van werken. Je houdt de bodem koel, donker en vochtig en je voorziet eten. En dan geraak je in een vicieuze cirkel, maar een goede deze keer. De regenwormen verbeteren je bodem, ze voelen zich steeds beter en planten zich goed voort. Zolang jij mulcht, blijft deze opbouwende spiraal intact en wordt je bodem verbeterd. De herfst is de ideale periode van het jaar om te mulchen. Mulchen betekent letterlijk: de grond toedekken. Tuingrond droogt snel uit wanneer deze wordt blootgesteld aan zon en wind. Door het toedekken van de grond wordt het verdampen van water voorkomen en wordt het bodemleven beschermd. Mulchen. Het blad valt, eenjarigen sterven en vallen op de bodem. Je kan je haag nog scheren, snoeihout versnipperen, je gras voor de laatste keer afmaaien … De mogelijkheden om mulch te verzamelen zijn bijna onbeperkt. Gebruik fijner materiaal (snoeien, knippen…) dat werkt beter voor regenwormen. Dek je bedden goed af met een laag mulch en de regenwormen zullen komen, blijven en zich vermenigvuldigen. Belangrijk is ook om je bedden heel het jaar door zoveel mogelijk bedekt te houden zodat de wormen in je tuin blijven. Je moet dus niet enkel bloemen zaaien voor de bijen of randplanten voorzien voor natuurlijke vijanden. Het is minstens zo belangrijk om je bodem bedekt te houden zodat je veel regenwormen in je tuin krijgt en houdt. Ze zorgen voor structuur in je bodem, voor meststoffen en een goede groei van je planten. Uit onderzoek blijkt namelijk dat bodems waarin veel regenwormen aanwezig zijn een aanzienlijk grotere opbrengst hebben. Het is weer najaar, aan de slag dus met blad, houtsnippers, grasmaaisel etc. en mulchen maar! Terug naar tuintips
Menu
Volkstuinvereniging Nuenen
© 2024 Volkstuinvereniging Nuenen

Tuintips

Regenworm

De eerste vorst is gepasseerd, de bomen en struiken laten massaal hun blad vallen en de bodem wordt mooi afgedekt. Elk jaar valt er zo een hele hoop organisch materiaal op de bodem (en niet alleen in de herfst) en toch verdwijnt dit allemaal. Het is niet dat je in een bos over een pak bladeren van drie meter diep moet wandelen en dat de bomen tot hun oksels in het blad staan. Hoe komt dit? Waar gaat dat blad en ander afgestorven materiaal naartoe? Er zijn vele organismen die hier een rol in spelen, maar de voornaamste is toch de regenworm. Een oeroud dier dat over de hele wereld in vochtige en voldoende warme gronden voorkomt. Er zijn vele soorten, zelfs soorten die altijd bovengronds leven waarvan de jongen eerst nog in de bomen leven! Toch is er zeer weinig bekend over deze dieren. De interesse voor de regenworm vanuit wetenschappelijke hoek is altijd zeer klein geweest. De eerste wetenschapper die serieus onderzoek heeft verricht naar regenwormen was Charles Darwin. Zijn laatste boek is er volledig aan gewijd en er staan verrassende experimenten en conclusies in: The formation of vegetable mould through the action of worms. Dat Charles Darwin zo’n aanhanger was van regenwormen en hun belang voor de vorming van vruchtbare grond inzag is op zijn minst al opvallend te noemen. Tot ver in de 20ste eeuw werden regenwormen nog vaak gezien als plaagdieren die aan de wortels van de planten vraten. Tuiniers waren niet dol op regenwormen en verwijderden ze wanneer mogelijk. Er zijn drie groepen regenwormen: de strooiselbewonende regenworm, de bodembewonende regenworm en de pendelaar, waar ook de ‘gewone’ regenworm onder valt. De eerste groep wormen vind je in de mulchlaag, de tweede in de bovenste 30 cm en de pendelaars gaan verticaal de diepte in, tot wel 3 meter diep. Al doende woelen ze de grond om. Dat maakt de bodem luchtig, waardoor de doorwortelbaarheid van de bodem wordt vergroot. Zo kunnen planten meer voedingsstoffen opnemen. De regenworm doet heel zijn leven niets anders dan organisch materiaal in de bodem trekken en dit opvreten samen met grond.  Deze wordt dan uitgepoept. De uitgepoepte grond is op vele vlakken beter dan de gewone grond: een betere structuur, meer voedingsstoffen, betere pH … Op een goede bodem kan je tot 400 wormen tegenkomen per m². Dat komt overeen met zo’n 3 ton regenwormen per hectare. De regenwormen produceren zo rond de 80 ton vruchtbare grond per jaar. De grote netwerken van gangen zijn in staat 200.000 liter per hectare te bergen en snel weg te voeren bij grote plensbuien. Dit is niet alleen belangrijk om bijvoorbeeld overstromingen tegen te gaan, maar ook voor het vervoeren van voedingsstoffen in het regenwater tot diep in de bodem. Ten slotte functioneren de gangen als wateropslag. Zo wordt verdroging en uitsterving van wortels in de droge zomer voorkomen. Help je regenwormen en jezelf: mulch! Een regenworm heeft op zich niet veel nodig: vochtige grond en eten. En eten is organisch materiaal. Niet meer of niet minder. En dan komen ze vanzelf. Ze bouwen hun populatie op en afhankelijk van de omstandigheden kan dit zelfs redelijk snel gaan. Regenwormen leven verschillende jaren, blijven constant grond en organisch materiaal vreten, mengen en je bodem verbeteren. Wil je ze in je tuin hebben dan is mulchen de ideale manier van werken. Je houdt de bodem koel, donker en vochtig en je voorziet eten. En dan geraak je in een vicieuze cirkel, maar een goede deze keer. De regenwormen verbeteren je bodem, ze voelen zich steeds beter en planten zich goed voort. Zolang jij mulcht, blijft deze opbouwende spiraal intact en wordt je bodem verbeterd. De herfst is de ideale periode van het jaar om te mulchen. Mulchen betekent letterlijk: de grond toedekken. Tuingrond droogt snel uit wanneer deze wordt blootgesteld aan zon en wind. Door het toedekken van de grond wordt het verdampen van water voorkomen en wordt het bodemleven beschermd. Mulchen. Het blad valt, eenjarigen sterven en vallen op de bodem. Je kan je haag nog scheren, snoeihout versnipperen, je gras voor de laatste keer afmaaien … De mogelijkheden om mulch te verzamelen zijn bijna onbeperkt. Gebruik fijner materiaal (snoeien, knippen…) dat werkt beter voor regenwormen. Dek je bedden goed af met een laag mulch en de regenwormen zullen komen, blijven en zich vermenigvuldigen. Belangrijk is ook om je bedden heel het jaar door zoveel mogelijk bedekt te houden zodat de wormen in je tuin blijven. Je moet dus niet enkel bloemen zaaien voor de bijen of randplanten voorzien voor natuurlijke vijanden. Het is minstens zo belangrijk om je bodem bedekt te houden zodat je veel regenwormen in je tuin krijgt en houdt. Ze zorgen voor structuur in je bodem, voor meststoffen en een goede groei van je planten. Uit onderzoek blijkt namelijk dat bodems waarin veel regenwormen aanwezig zijn een aanzienlijk grotere opbrengst hebben. Het is weer najaar, aan de slag dus met blad, houtsnippers, grasmaaisel etc. en mulchen maar! Terug naar tuintips